Een waargebeurd gedicht over een ochtend op weg naar mijn werk.
TIJDNOOD
Zuchtend en steunend
Want ik ben te laat
Hijgend en kreunend
Alsof mijn wereld vergaat
Wat is de tram toch een langzaam apparaat
Maar gelukkig slaat hij een aantal haltes over
Omdat er niemand staat
Ik kijk op mijn horloge, de tijd gaat steeds sneller voorbij
Ik voel hoe de paniek bezit neemt van mijn lijf
Zal ik het nog redden, kom ik nog op tijd?
Nog 2 haltes
Nog 1 halte te gaan
Ik ga vast staan
Half in de starthouding om te rennen voor mijn baan
Kut, dit gaat me never nooit niet lukken
Want ik ben vergeten op het knopje te drukken